18 december 2017 - Nederlandse roadkill op ons bord, waarom niet eigenlijk?

Jongstleden zaterdag publiceerde Trouw een uitgebreid artikel met deze titel. Het volledige artikel kunt u bekijken op de website van Trouw

Onderstaand de tekst van het artikel van Nynke van Spiegel, zoals deze in Trouw is gepubliceerd

Roadkill. Het wemelt van de wilde zwijnen, herten en reeën in de Nederlandse bossen. Hoe meer wild, hoe meer wildaanrijdingen. Boswachter Ger Verwoerd beoordeelt of doodgereden geschikt zijn voor consumptie. Want waarom zouden we dit vlees niet eten?

Het is deze donkere dagen extra oppassen geblazen op de vaak onverlichte provinciale wegen langs bossen en heidevelden. Het kan zomaar gebeuren dat er ineens een naar voedsel zoekend wild zwijn de weg opwandelt of een ree blindelings oversteekt.
“Die kans is zelfs groter dan voorgaande jaren,” vertelt Ger Verwoerd, boswachter voor de Gelderse Vallei. Het is namelijk druk in de Nederlandse bossen; het wemelt van de wilde zwijnen, herten en reeën. “Dat is onder meer het gevolg van de warmere winters van de afgelopen jaren. We hebben een paar voedselrijke jaren achter elkaar gehad waardoor bijvoorbeeld wilde zwijnen het erg goed doen. Een groot deel van de biggen die vroeg in het voorjaar geboren worden, hebben dankzij het uitblijven van een nat en koud voorjaar hun eerste maanden overleefd en zelf weer biggen gekregen in het najaar waardoor de populatie explosief is gegroeid.”
Verwoerd is een boswachter in hart en nieren, altijd gekleed in groene broek, stevige wandelschoenen, onder zijn nagelranden een beetje aarde. Samen met zijn twee honden doorkruist hij dagelijks zijn werkterrein op de Veluwe. Onder meer om de wildstand te peilen.
“Mijn huis kijkt uit op de voederplaats van de damherten. Die voer ik zelf om de dag bij zodat ze niet gaan zwerven op zoek naar voedsel. Hun leefgebied is ingeklemd tussen provinciale wegen. En bij gebrek aan een natuurlijke vijand zijn voertuigen hun grootste bedreiging.” Datzelfde geldt voor de zwijnen. Verwoerd: “Van het aantal getelde wilde zwijnen in de zomer zal zo’n 10 procent overlijden door een aanrijding. Daar kun je de klok op gelijk zetten. Hoe meer zwijnen, hoe meer aanrijdingen. Omdat het voedsel in de bossen tijdens de winters minder wordt, gaan ze langs de kant van de weg op zoek naar voedsel, waardoor ze vaker slachtoffer zijn.”

Verwoerd is naast boswachter ook buitengewoon opsporingsambtenaar (boa). Tien keer per jaar heeft hij piketdienst. Dan is hij 24 uur per dag beschikbaar om wildaanrijdingen af te handelen. Op het moment dat een automobilist een wild dier aanrijdt, is hij verplicht de politie te bellen. Het dier meenemen, ook naar de dierenarts, is strafbaar. De politie belt de dienstdoende boa. Die komt dan ter plekke de schade opnemen of gaat op zoek naar het dier als deze in paniek weer het bos in is gerend. Verwoerd: “Mijn belangrijkste taak is het welzijn van het dier. Als het dier nog niet dood is, maar wel een zware verwonding heeft, schiet ik het af. Daarbij kan het om een gebroken poot gaan, maar bijvoorbeeld ook om een kapotte neus. Zwijnen kunnen niet naar voedsel zoeken zonder neus.”
Wanneer wild overlijdt bekijkt Verwoerd of het vlees geschikt is voor consumptie. Is het beest door de klap met de auto zwaargehavend of zijn de ingewanden kapot waardoor er maagsappen in aanraking komen met het vlees? Dan laat hij het dier achter in het bos. Heeft het daarentegen geen ernstige inwendige verwondingen? Dan is het vaak geschikt voor consumptie. Verwoerd brengt het dier in dat geval naar een van de koelingen op de Veluwe, waar het na uitvoerige registratie wordt opgehaald door een poelier die het vervolgens verkoopt.
Eén zo’n poelier is Fred Kamphuis. Al meer dan dertig jaar is zijn poeliersbedrijf uit Apeldoorn officieel leverancier van roadkill. Al het aangereden wild dat nog geschikt is voor consumptie uit de regio komt alleen bij hem terecht. Kamphuis rijdt één keer per week op vrijdag naar de koelcel in Staverden waar de aangereden reeën, herten en zwijnen aan een haak hangen, gelabelt na registratie en ontweid door de boa. Soms, wanneer het wild ’s nachts in de buurt van zijn huis overlijdt, hangt hij het netjes in de koeling bij zijn woning.
Kamphuis: “In de loop der jaren is het minder geworden, maar de aanwas is nu echt weer extreem. Ik denk dat wij gemiddeld vijf aangereden zwijnen per week krijgen.” Hoewel een derde van het wild in zijn bedrijf roadkill is, vertelt Kamphuis het zijn klanten (waaronder veel horeca) niet. Kamphuis: “Mensen hebben er toch verkeerde ideeën bij. Vaak denken ze dat het beest ziektes of bacteriën met zich meedraagt. Tot nu toe heb ik het nooit gecommuniceerd.”
 
Strenge controle
Op roadkill zit strenge controle vanuit de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit. Vlees gaat nooit zonder nader onderzoek de voedselketen in. Stichting Wildaanrijdingen Nederland (SWN) houdt zich als overkoepelende organisatie bezig met de registratie en afhandeling van wildaanrijdingen. Volgens Gijs van Aardenne, voorzitter van de SWN, werkt het systeem in Gelderland, en Gelderland alleen, optimaal. “Na een aanrijding wordt precies het tijdstip van het ongeluk en van de afhandeling geregistreerd. Hoe langer wild langs de weg ligt, hoe minder geschikt het voor consumptie is. De afhandelaar beoordeelt het vlees en er zijn genoeg koelingen om dieren die geschikt zijn voor consumptie in te bewaren. Dit systeem ontbreekt in het grootste deel van Nederland. In Noord-Holland bijvoorbeeld wordt al het vlees vernietigd. En in veel andere provincies is het onduidelijk wat er met de dieren gebeurt omdat er geen registratiesysteem en duidelijke regelgeving vanuit de provinciale politiek is. Dat betekent dat we kilo’s geschikt vlees niet consumeren, maar weggooien.”
Chef kok Arjan Smit raakte een aantal jaar geleden geïntrigeerd door roadkill toen de jachtopziener een doodgereden ree in de koeling van zijn restaurant De Pronckheer hing. Toen hij het dier expliciet als roadkill op het menu zette, was dit niet alleen landelijk nieuws, maar komen er ook veel reacties via sociale media. Smit wordt uitgemaakt voor dierenbeul; mensen vinden het zielig en vies. Smit: “Het zijn onnozele reacties. We leven niet in een Walt Disney-wereld. Ik wil mensen bewust maken dat dieren onderdeel uitmaken van onze omgeving, maar dat zij beheerd moeten worden. Als we de reeënstand niet goed beheren, krijgen we steeds meer aanrijdingen.
Het is altijd even schrikken voor mensen in het restaurant. We confronteren hen ermee door het bord voor hun neus te zetten en te vertellen dat het rug is van een aangereden ree. Uitleg is daarom een belangrijke taak van de bediening, over dat de reeënpopulatie snel groeit en er dus ook meer aanrijdingen komen. Dan krijg je vanzelf acceptatie en begrip.”
 
Mooi alternatief
Of het ooit ‘woensdag roadkillgehaktballendag’ zal worden is de vraag, maar volgens Van Aardenne zouden we in Nederland veel meer van dit soort wild in de humane consumptieketen kunnen afzetten. “Zulke enorme aantallen dieren die nog goed zijn om te eten zouden we als maatschappij moeten omarmen. Als we landelijk de afhandeling goed organiseren en regelen conform wet- en regelgeving, kunnen we een hoger percentage gebruiken voor duurzame benutting en toch aan alle veiligheidseisen voldoen van de voedselwetgeving.” Daarmee is roadkill een mooi alternatief voor wie tijdens de kerstdagen graag een duurzame vleesmaaltijd op tafel zet.


Waar kun je valwild kopen?
In Nederland noemen we wild dat niet door de jacht om het leven komt (maar door bijvoorbeeld een aanrijding of ziekte) valwild. De Engelse term is roadkill. In Amerika is deze term zo ingeburgerd dat er zelfs roadkill-restaurants zijn waar alleen maar vlees van aangereden wild op het menu staat. In Nederland kun je roadkill onder meer kopen bij poelier Terweele in Oene en Emst, poelier Kamphuis in Apeldoorn en Wolters poelier in Harreveld.
| Terug

 

Stichting Wildaanrijdingen Nederland

Hofsemolenweg 8

8171PM Vaassen

info@wildaanrijding.nl

©2024 Stichting Wildaanrijdingen Nederland

Powered by Natuurlijk!