WILD ZWIJN
Het wild zwijn is een alleseter met een schoffel aan zijn neus. Alle andere hoefdieren zijn allemaal planteneters die hun voedsel herkauwen. Wilde zwijnen zijn niet hoog, de schoft van een volwassen mannetje en vrouwtje variëren tussen 60 tot 80 centimeter. Het volwassen mannetje is net zoals bij de edelherten veel zwaarder dan het volwassen vrouwtje. De gewichten van de volwassen zwijnen schommelen sterk, dit geldt ook voor de groei van de biggen en de eenjarige zwijnen. Ze zijn voor hun groei en conditie sterk afhankelijk van eikels en beukennoten. We noemen dit mast. Er zijn jaren dat er zoveel ligt dat ze het niet op kunnen krijgen maar er zijn ook jaren dat er vrijwel niets is. De maximum gewichten in goede voedseljaren bedragen 75 tot 150 kilogram.
Het wild zwijn komt in Nederland voor op de Veluwe, in Groesbeek bij Nijmegen, in grote delen van Limburg en enkele natuurgebieden in Noord Brabant. Net zoals bij de edelherten lopen er in de grenstreek ook zwijnen die afkomstig zijn uit Duitsland. De laatste decennia zijn de aantallen in Nederland maar ook in de rest van Europa sterk toegenomen. Oorzaken zijn frequentere mastjaren en zachtere winters waardoor er minder zwijnen in de nawinter en het vroege voorjaar sterven.
Het wild zwijn is een uitgesproken sociaal dier. Alleen de volwassen mannetjes leven solitair, met uitzondering van de paartijd. De paartijd is zeer divers, en wordt beïnvloed door de actuele mastsituatie. In goede mastjaren worden de eerste biggen midden in de winter geboren. De zeugen zijn in super conditie en geven grote hoeveelheden melk, de meeste biggen worden in februari / maart geboren. In een slecht mastjaar worden de biggen pas in april en mei geboren als de natuur weer groen wordt. Zouden ze eerder worden geboren dan zouden ze dit niet overleven. Ook in de zomer tot in augustus worden er biggen geboren.
Zeugen kunnen tot maximaal 10 biggen krijgen. Onder goede voedsel-omstandigheden worden ook vrouwelijke biggen al bronstig. Hierdoor is het aantal vrouwelijk zwijnen die biggen krijgen vele malen hoger dan in een slecht voedseljaar.
Vanaf een jaar worden de mannelijke dieren uit de familiegroep verstoten. De grootte van de familiegroep wordt sterk bepaald door het voedselaanbod. Groepen groter dan 10 exemplaren komen niet veel voor.
In Nederland leven nu naar schatting ca. 3.000 – 4.000 wilde zwijnen.
Jaarlijks vinden er in Nederland tussen de 500 en 1000 geregistreerde aanrijdingen met wilde zwijnen plaats.
Overige fauna
Naast de specifiek benoemde grote wilde hoefdieren kennen we ook nog overige beschermde, inheemse wilde diersoorten die vaak betrokken zijn bij aanrijdingen.
Hierbij kunt u denken aan bijvoorbeeld vossen, dassen en marters. Soms komt het voor dat we bijzondere meldingen krijgen als een wolf, een bever of zelfs een zeehond.
Ook bij bovengenoemde incidenten handelen de teams de zaken correct af en zorgen dat dit wordt geregistreerd. Vaak zijn er afspraken met instellingen of instanties om deze gevallen specifiek te laten onderzoeken.
Jaarlijks vinden er duizenden geregistreerde aanrijdingen met overige soorten plaats.